Gerechtshof amsterdam deed een belangrijke uitspraak over de toepassing van de btw-verleggingsregeling voor gemeenten bij het inzamelen en verwerken van huishoudelijk verpakkingsafval.
Wij informeerden u hier reeds eerder over:
De belangrijkste punten zijn:
-
Geen btw-vrijstelling voor gemeenten: De gemeente betoogde dat ze als overheid handelde en daarom geen btw verschuldigd was. Het hof oordeelde echter dat de gemeente niet als overheid handelde voor deze diensten, omdat het scheiden van verpakkingsafval geen overheidstaak is. Producenten en importeurs zijn verantwoordelijk voor het verpakkingsafval, niet de overheid. Dit betekent dat de prestatie van de gemeente aan btw onderhevig was.
-
Scheiding en inzameling van afval als aparte diensten: De gemeente stelde dat het scheiden van afval onderdeel is van de inzameling van huishoudelijk afval, en dus geen aparte dienst zou moeten zijn voor de btw. Dit werd afgewezen; de handelingen moeten apart worden beoordeeld, omdat ze los van elkaar kunnen worden uitgevoerd.
-
Btw-verleggingsregeling is van toepassing: De gemeente betoogde dat de verleggingsregeling ook van toepassing is op de verwerkingsdiensten, zelfs als er geen levering van afval plaatsvindt. Het hof ging hiermee akkoord en oordeelde dat het scheiden en sorteren van afval onderdeel is van het recyclingproces en dus onder de verleggingsregeling valt. De btw wordt hierdoor geheven bij de afnemer, in dit geval de Stichting Afvalfonds, en niet bij de gemeente.
Het is nog onduidelijk of de Belastingdienst in cassatie gaat tegen deze uitspraak