Uitspraak
18/6/2024
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLI:NL:GHAMS:2024:1771, 22/2493
Deze uitspraak van het Hof Amsterdam betreft een zaak over de vraag of een verbouwing van een kantoorpand zo ingrijpend was dat er sprake is van een "in wezen nieuw gebouw" voor de omzetbelasting.
Het hof bevestigde refereerde aan het arrest van de hoge raad van 2022, waarin werd geoordeeld dat alleen een wijziging in bouwkundig opzicht ervoor kan zorgen dat er sprake is van een nieuw onroerend goed. Dat wil zeggen een gedeelte van het bouwwerk dat ervoor zorgt dat het bouwwerk "blijft staan" door het voldoende dragend vermogen en stijfheid te geven.
Zaken als de een functiewijziging, andere indeling van het pand, de omvang van de verbouwingskosten vs de waarde van het pand, uiterlijk van het gebouw, aanwendingsmogelijkheden zijn niet doorslaggevend.
Voor ingrijpende verbouwingen is het voor de gemeente relevant om na te gaan of er sprake is van nieuwbouw voor de btw. Van "in wezen nieuwbouw" is niet snel sprake.