Met de Subsidieregeling bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) en de Regeling specifieke uitkering stimulering sport (SPUK SPORT) beoogt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) sinds 2019 de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren. De BOSA richt zich hierbij op amateursportorganisaties, de SPUK SPORT op gemeenten.
Er heeft een evaluatieonderzoek plaatsgevonden (uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)) dat zich heeft gericht op de vraag hoe het beleid rondom sportaccommodaties, met de BOSA en de SPUK SPORT in het bijzonder, verbeterd kan worden. Daarbij is gekeken naar hoe de regelingen op korte termijn verbeterd kunnen worden, maar zijn ook aanbevelingen gedaan voor het inrichten van nieuw beleid na de huidige looptijd van deze regelingen (eind 2023).
Conclusies en aanbevelingen
Conclusies
De BOSA en SPUK blijken in haar huidige hoedanigheid een belangrijke bijdrage te leveren aan het realiseren van investeringen in sportaccommodaties en het financieren van andere kosten die gesubsidieerd worden of waarvoor een uitkering kan worden ontvangen. De BOSA zorgt ervoor dat amateursportorganisaties investeringen überhaupt kunnen realiseren, dat de investeringen omvangrijker worden en/of dat investeringen eerder in de tijd gerealiseerd kunnen worden. Met name voor investeringen in duurzaamheid lijkt de BOSA een belangrijk aandeel te hebben in het (eerder) mogelijk maken van deze investeringen. De SPUK SPORT lijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan het voorkomen van bezuinigingen en het voorkomen van het verhogen van huurtarieven.
Tevens is er een aantal belemmeringen vastgesteld waardoor minder wordt geïnvesteerd in sportaccommodaties. Denk hierbij aan het niet halen van het minimale drempelbedrag aan investeringen en het budget dat beschikbaar is om investeringen te kunnen realiseren (financiële weerbaarheid).
Aanbevolen wordt om de huidige BOSA en SPUK, met enkele aanpassingen, als beleidsinstrument te blijven hanteren.
Aanbevelingen
In het evaluatierapport wordt een aantal aanbevelingen aangedragen. Kortgezegd gaat het om de volgende:
-
- Verlagen minimale investeringsbedrag voor toepassing BOSA. Er geldt namelijk een drempelbedrag van € 5.000 aan subsidie om in aanmerking te komen voor de BOSA. Dit staat gelijk aan een minimaal investeringsbedrag van € 16.667, ervan uitgaande dat enkel investeringen worden gedaan waarvoor 30% subsidie wordt verstrekt. Indien enkel wordt geïnvesteerd in maatregelen waarvoor 20% subsidie wordt verstrekt, betekent dit dat minimaal € 25.000 moet worden geïnvesteerd om in aanmerking te komen voor de BOSA. De staatssecretaris van VWS heeft in zijn brief van 25 november 2021 aangegeven om met ingang van 1 januari 2022 het minimum subsidiebedrag voor de BOSA regeling te verlagen naar € 2.500.
-
- Administratieve lastenverlaging voor aanvraag bij gemeenten door het voorschot vast te stellen middels andere methode dan op basis van begroting, bijvoorbeeld op basis van inwonersaantal of de toegekende hoogte uit eerdere jaren. De voorkeur gaat nu uit naar de daadwerkelijke uitgaven uit eerdere jaren.
-
- Inmiddels is het zo dat de minister van VWS de garantie heeft gegeven dat gemeenten volledig worden gecompenseerd voor de uitgaven die zij maken (i.h.k.v. de SPUK). Ook als bij de vaststelling blijkt dat het uitkeringsbudget van de SPUK SPORT hiermee overschreden zal worden. Dit is echter niet bij iedere gemeente bekend. Heldere en bredere communicatie hierover is derhalve aanbevolen.
-
- Verhogen van het uitkeringspercentage SPUK (nu 17,5%) om verduurzamingsmaatregelen te stimuleren, zoals dit ook het geval is voor de BOSA.
-
- Uit de rapportage blijkt verder dat het wenselijk is om duidelijke en onderbouwde beleidstheorieën te formuleren. Daarnaast is aangegeven dat tijdig duidelijkheid moet worden gegeven omtrent het vervolg van de BOSA en de SPUK vanaf 2024. Dit geldt voor zowel de aanvragers als de adviserende partijen.
-
- Tenslotte is aangegeven dat de huidige aanvraagcriteria nader moet worden bekeken en ook jaarlijks tegen het licht moet worden gehouden.
Meer weten? Neem contact op met Marijn van Acht. Hij praat je graag bij over de mogelijkheden.