De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang de mate van het gebruik voor btw-belaste prestaties. Als de mate van het gebruik voor belaste prestaties verandert, moet de aftrek worden herzien (als het verschil groter is dan 10%). Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar, volgend op het jaar van ingebruikname. Voor roerende zaken, waarop wordt afgeschreven, bedraagt de herzieningstermijn vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname.
De herziening kan op de volgende manier in de laatste aangifte van het jaar worden verwerkt:
- Te veel btw afgetrokken?
Geef de herziening aan als een extra bedrag af te dragen btw, in rubriek 1 van de btw-aangifte. - Te weinig btw afgetrokken?
Geef dit extra bedrag aan als voorbelasting, in rubriek 5b van de btw-aangifte.
