Een vrouw maakt verschillende zorgkosten. Zij betaalt voor behandelingen bij een chiropractor, osteopaat en energetisch therapeut, en zij schaft een speciaal matras aan. In het volgende jaar dient de vrouw haar aangifte inkomstenbelasting in. Hierin trekt zij ook dieetkosten, kosten voor fysiotherapie en vervoerskosten af. In totaal claimt ze een aftrek van ruim € 27.000 aan specifieke zorgkosten. De Belastingdienst accepteert echter maar een klein deel van dit bedrag en stelt het aftrekbare bedrag vast op € 2.149.
De rechter oordeelt dat de kosten voor chiropractie wel aftrekbaar zijn, omdat deze op voorschrift én onder begeleiding van de huisarts hebben plaatsgevonden. Andere kosten, zoals behandelingen bij de osteopaat en energietherapeut en de aanschaf van het matras, voldoen volgens de rechter niet aan de voorwaarden om aftrekbaar te zijn. Het matras wordt bijvoorbeeld niet als een hulpmiddel beschouwd dat hoofdzakelijk door zieke of invalide mensen wordt gebruikt. Uiteindelijk verhoogt de rechtbank de aftrek van specifieke zorgkosten naar € 2.818.