De Tweede Kamer nam op 20 december 2016 een aantal amendementen aan die zijn ingediend bij het wetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing (34548). Over het wetsvoorstel zelf werd nog niet gestemd.
De Tweede Kamer wijzigde het wetsvoorstel als volgt:
- De heffingsvrije voet gaat van 25 naar 50 woningen (amendement 23)
- Er komt een vrijstelling voor rijksmonumenten. Het tarief van de verhuurderheffing wordt met 0,004%-punt verhoogd (amendement 26).
- Vanaf 1 januari 2018 wordt over een WOZ-waarde van maximaal € 250.000 verhuurderheffing berekend. Het tarief wordt dan met 0,010%-punt verhoogd (amendement 32).
- Toegelaten instellingen in krimpgebieden worden vrijgesteld van de afdracht van verhuurderheffing indien zij particuliere woningen opkopen en aan hun sociaal verhuurbezit toevoegen. De vrijstelling geldt voor huurwoningen die de belastingplichtige in eigendom verwerft tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021 (was 31 december 2019). De vrijstellingstermijn geldt niet voor vijf jaar, maar voor 20 jaar. Het tarief verhuurderheffing wordt verhoogd met 0,001%-punt per 1 januari 2018 en nog eens met 0,001%-punt per 1 januari 2020 respectievelijk 1 januari 2022 (amendement 25).
- De bestaande heffingsvermindering voor de verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen wordt voortgezet tot en met in ieder geval 2019. De heffingsvermindering wordt beperkt tot huurwoningen met een huur tot de aftoppingsgrens (amendement 29).
Bron: Taxlive