De Europese advocaat-generaal (A-G) Kokott heeft het Hof van Justitie van de EU geadviseerd dat schoonmaakdiensten voor ziekenhuizen en onderwijsinstellingen in bepaalde gevallen onder de zogenoemde btw-koepelvrijstelling kunnen vallen. Het advies betreft twee Spaanse zaken (C-379/24 en C-380/24) over samenwerkingsverbanden die hun leden schoonmaakdiensten leveren.
De Spaanse Belastingdienst weigerde de vrijstelling, omdat de diensten volgens haar niet rechtstreeks en uitsluitend verband hielden met de vrijgestelde zorg- en onderwijsactiviteiten. Kokott kiest echter voor een ruimere uitleg: het is voldoende dat de diensten worden gebruikt voor de vrijgestelde activiteiten. In deze zaken kwalificeerden de Spaanse rechters de schoonmaak als ‘bijzonder, technisch en complex’, waardoor deze niet als algemene, aan elke sector te leveren dienst kan worden gezien.
Ook ziet Kokott geen gevaar voor concurrentieverstoring, omdat de diensten op maat zijn voor de leden en er een vaste afname is binnen het samenwerkingsverband. Wel benadrukt zij dat de vrijstelling niet oneigenlijk mag worden toegepast.
In Nederland is de koepelvrijstelling geregeld in artikel 11, lid 1, onderdeel u, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Bepaalde diensten zijn hier bij voorbaat uitgesloten om concurrentie te voorkomen. Of die beperkingen overeind blijven, zal afhangen van het uiteindelijke arrest van het Hof van Justitie.