Kern van de verduidelijking
Het nieuwe besluit verduidelijkt en verruimt de uitleg van het begrip sportaccommodatie en daarmee de reikwijdte van het verlaagde btw-tarief, zonder het tarief zelf te wijzigen.
De belangrijkste verduidelijking is dat ook accommodaties waar niet wordt gesport, maar die functioneel onderdeel zijn van de sportbeoefening, onder het verlaagde tarief kunnen vallen.
1. Expliciete erkenning van vertrek- en terugkeeraccommodaties
Nieuw en expliciet opgenomen is dat onder het geven van gelegenheid tot sportbeoefening óók valt:
het ter beschikking stellen van een accommodatie van waaruit sporters vertrekken en waar zij terugkeren, zich kunnen voorbereiden op de sportbeoefening en zich na afloop kunnen verzorgen,
ook als de sport zelf geheel of gedeeltelijk in de openbare ruimte plaatsvindt, en:
-
die openbare ruimte niet exclusief hoeft te zijn gereserveerd voor de sportbeoefening.
Dit is een verduidelijking ten opzichte van eerdere teksten, waarin het accent sterker lag op:
-
sport in de accommodatie, of
-
sport in een afgebakende en gereserveerde openbare ruimte (zoals een marathonparcours).
2. Toevoeging van een derde categorie sportaccommodatie
Het besluit onderscheidt nu expliciet drie typen sportaccommodaties:
-
een onroerende zaak die is ingericht voor sportbeoefening;
-
een (tijdelijk) gereserveerde openbare ruimte;
-
een accommodatie die wordt gebruikt ter voorbereiding op of afronding van sportbeoefening, terwijl de sport elders plaatsvindt.
Deze derde categorie is nieuw expliciet benoemd en voorkomt discussie bij onder meer:
-
hardloop- en wielerclubs;
-
watersport- en roeiverenigingen;
-
buitensportaanbieders met clubgebouwen;
-
commerciële sportaanbieders die werken vanuit een vaste uitvalsbasis.
3. Afbakening ten opzichte van passieve verhuur
Het besluit benadrukt opnieuw dat sprake moet zijn van:
-
actieve exploitatie van de accommodatie; en
-
een samengestelde dienst, bestaande uit meer dan enkel het ter beschikking stellen van onroerend goed. Bij diensten op het gebied van sport hanteert het HvJ als regel dat deze zoveel mogelijk als één geheel moeten worden beschouwd.
