1. Inleiding
1.1 – 1.4
De kernvraag is of het door ROC’s aangeboden mbo- (en in zaak 24/00068 ook vavo-) onderwijs kwalificeert als een economische activiteit in de zin van art. 7 Wet OB. Het merendeel van de kosten wordt gedekt via de rijksbijdrage van OCW. Leerlingen <18 jaar betalen geen bijdrage; 18+ betalen lesgeld (via DUO) of cursusgeld (aan de instelling zelf).
1.5 – 1.7
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de afdracht van btw omdat – volgens haar – al het onderwijs economische activiteiten zijn, zodat geen pre-pro-rata van toepassing is. De middelen in cassatie draaien om de vragen:
-
vormt lesgeld een vergoeding?
-
vormt cursusgeld een vergoeding?
-
vormt de rijksbijdrage een vergoeding (eventueel als betaling door een derde)?
Daarnaast spelen argumenten over groepsbenadering van leerlingen en over Sveda-samenhang.
1.8
Het Hof verklaarde het hoger beroep ongegrond.
1.9 – 1.10
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
A-G Ettema concludeert dat:
-
lesgeld geen rechtstreeks verband heeft met het onderwijs;
-
cursusgeld en rijksbijdrage wél een rechtstreeks verband hebben;
-
het onderwijs daarom onder bezwarende titel wordt verricht en een economische activiteit vormt;
-
dit geldt ook voor leerlingen jonger dan 18 jaar, omdat de rijksbijdrage óók op hen ziet.
1.11
De A-G adviseert cassatie gegrond, met verwijzing voor vaststelling van de juiste pro-rata, omdat de rijksbijdrage daarin ten onrechte niet was meegenomen.
2. Kader onderwijswetgeving
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
2.1 – 2.3
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de relevante bepalingen uit de WEB, inclusief definities van instellingen, beroepsopleidingen, leerwegen en financieringsstructuur.
Het A-G-verslag benadrukt dat dit hoofdstuk aanvullend is; de fiscale analyse kan zelfstandig worden gelezen.
3. Analyse rechtspraak en Unierecht (in bijlage verder uitgewerkt)
(De hoofdconclusies zijn in de bijlage uitgewerkt; hieronder de kernpunten.)
3.19 – 3.22 (Mohr / Landboden)
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
Er is een prestatie (onderwijs) en een vergoeding (rijksbijdrage). Daarna moeten nog twee vragen worden beantwoord:
-
Is er een rechtstreeks verband?
-
Is er een verbruiker / individualiseerbare groep verbruikers?
3.32 – 3.34 (Nationale jurisprudentie)
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
-
Hof Den Bosch oordeelde eerder dat rijksbijdragen geen vergoeding zijn; de A-G vindt dit niet meer houdbaar.
-
A-G Van Hilten oordeelde eerder dat les- en cursusgeld wel een vergoeding vormden; Ettema wijkt daarvan af.
4. Eigen conclusies van de A-G
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
4.1 – 4.4 (samengevat)
De A-G vat haar bevindingen uit de bijlage als volgt samen:
Rijksbijdrage
-
De rijksbijdrage is voldoende kostendekkend, afgestemd op de onderwijsvraag en betaald als tegenprestatie door een derde (OCW).
-
Tussen de rijksbijdrage en het door de instelling verstrekte onderwijs bestaat een rechtstreeks verband.
-
Er is een individualiseerbare groep verbruikers (de leerlingen).
Lesgeld
-
Het lesgeld (voltijd/18+) is niet de werkelijke tegenwaarde voor het onderwijs.
-
Het verband tussen lesgeld en afname van onderwijs is zwak, onder meer omdat:
-
het afhankelijk is van leeftijd;
-
het niet afhankelijk is van de omvang van de onderwijsafname;
-
het niet toekomt aan de instelling maar wordt afgedragen.
-
Cursusgeld
-
Het cursusgeld (deeltijd/18+) hangt wél samen met de omvang en kosten van het onderwijs.
-
Daarom vormt het cursusgeld een deel van de vergoeding voor de economische activiteit.
4.17 – 4.20 (analyse van de rijksbijdrage)
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
-
OCW koopt geen dienst voor eigen gebruik.
-
De rijksbijdrage kan wel degelijk worden beschouwd als betaling door een derde voor onderwijs aan leerlingen.
-
De rijksbijdrage is niet afhankelijk van lesgeld, maar wel gecorreleerd aan cursusgeld (mbo).
-
De bijdrage is voldoende nauwkeurig en functioneert als echte tegenwaarde.
4.25
Omdat de rijksbijdrage ook wordt berekend op basis van leerlingen <18 jaar, geldt de economische-activiteitenanalyse voor alle onderwijsprestaties, ongeacht leeftijd.
1.27 – 1.28 (positie in de procedure)
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
Ook al leidt dit zowel “linksom als rechtsom’’ tot dezelfde pre-pro-rata-uitkomst, is de pro-rata hier op verkeerde uitgangspunten gebaseerd en moet de zaak worden verwezen.
Eindconclusie van de A-G
HR, 31-10-2025, nr. 24 00068, n…
-
Het mbo- en vavo-onderwijs is een economische activiteit.
-
De rijksbijdrage is de belangrijkste vergoeding voor dat onderwijs.
-
Cursusgeld behoort eveneens tot de vergoeding.
-
Lesgeld behoort niet tot de vergoeding.
-
De economische-activiteitenbenadering geldt ook voor leerlingen <18 jaar.
-
Het cassatieberoep moet gegrond worden verklaard.
-
De zaak moet worden verwezen voor vaststelling van het pro-rata, waarbij de rijksbijdrage in de omzet moet worden meegenomen.
ECLI:NL:PHR:2025:1248, Parket bij de Hoge Raad, Bijlage 24/00068 en 24/01956
