
Kalender Gemeente
Oktober 2023
Aanmelden gemeente nieuwsbrief
01
Wil je altijd volledig op de hoogte zijn? Schrijf je dan hier in voor onze speciale gemeentenieuwsbrief die maandelijks wordt verstuurd.
Fiscale beheersing: Good Practices TCF
De Belastingdienst heeft op 11 september jl. een update van de ‘Good Practices Fiscale Beheersing’ gepubliceerd. Deze publicatie moet in samenhang worden gelezen met de eerder gepubliceerde ‘Leidraad Toezicht Grote Ondernemingen‘. Deze handreiking biedt handvatten voor de inrichting van het TCF aan de hand van de opgenomen ‘Good Practices’. Dit zijn praktijkvoorbeelden, bedoeld om een globaal beeld te geven van hoe een organisatie kan omgaan met verschillende elementen van het Tax Control Framework (TCF). Hierin wordt onder andere meer duidelijkheid gegeven over de begrippen key-risk en extrapolatie, en de periodiciteit van de steekproef.
Loonheffingen
Aangifte loonheffing
Uiterlijk 10 oktober of 31 oktober 2023
Dit is de uiterste aangifte- en betaaldatum van de loonheffingen over periode 9 (uiterlijk 10 oktober als de gemeente vierwekenaangifte doet) of over september 2023 (uiterlijk 31 oktober als de gemeente maandaangifte doet).
Steekproef WKR Q3 (o.b.v. steekwoorden analyse)
Een werkgever die de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) in een kalenderjaar heeft overschreden, is 80% eindheffing verschuldigd over de overschrijding via de aangifte loonheffingen. Deze eindheffing moet uiterlijk in de aangifte loonheffingen in maart worden aangegeven over het voorgaande kalenderjaar. In oktober kun je idealiter de derde WKR-controle laten plaatsvinden, namelijk over het derde kwartaal van dit jaar. Met slimme analyses en steekproeven kan Juyst voor gemeenten risico’s en kansen voor de WKR inzichtelijk maken. Begin op tijd met (het inplannen van) de WKR-controles in het lopende jaar. Het is belangrijk om de WKR gedurende het jaar reeds te monitoren. Zeker nu de feestdagen eraan komen en de werkgever de werknemers sinterklaas- en kerstpresentjes wil gaan verstrekken is het belangrijk om te weten wat de (overschrijding van de) vrije ruimte is.
Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding is een gerichte vrijstelling in de loonbelasting. Op basis van deze vrijstelling kan een werkgever aan werknemers een vergoeding toekennen voor zakelijke kilometers, inclusief woon-werkkilometers, zonder dat de werknemer hierover loonbelasting hoeft te betalen. Het kabinet stelt voor om het maximale onbelaste bedrag per 1 januari 2024 te verhogen naar € 0,23 per zakelijke kilometer. Dit bedrag gaat ook gelden voor de aftrek van reiskosten door IB-ondernemers en resultaatgenieters, die gebruikmaken van een vervoermiddel dat behoort tot het privévermogen. Ook gaat dit bedrag gelden voor de aftrek van specifieke zorgkosten voor reiskosten ziekenbezoek, de kilometervergoeding voor weekenduitgaven van gehandicapten en de giftenaftrek in het geval een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.
Gericht vrijstellen OV-abonnementen
Voorgesteld wordt om het privégebruik van een door de werkgever vergoede of verstrekte OV-kaart of voordeelurenkaart gericht vrij te stellen, als de werknemer de kaart ook voor zakelijke reizen, waaronder woon-werkverkeer, gebruikt.
Overdrachtsbelasting en BTW
Samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting bij aandelentransacties
Bij de levering van nieuwe onroerende zaken is omzetbelasting verschuldigd. De verkrijging van bestaande onroerende zaken wordt in de regel bij de koper belast met overdrachtsbelasting. Wanneer nieuwe onroerende zaken via een aandelentransactie worden overgedragen is noch BTW, noch overdrachtsbelasting verschuldigd. Voorgesteld wordt om de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting zodanig te wijzigen dat in ieder geval overdrachtsbelasting wordt geheven bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken via een aandelenbelang. Dit geldt als de nieuwe onroerende zaken voor minder dan 90% worden gebruikt voor BTW-belaste prestaties. Het tarief bedraagt in die gevallen 4%.
Dubbele rente bij spiegelcorrecties
De Hoge Raad heeft in lijn met de AG geoordeeld dat de belastingrente niet wordt verminderd, zelfs niet wanneer een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds voor hetzelfde bedrag als de btw-correcties is toegekend aan Gemeente X. De wetgever wilde geen uitzondering te maken op de voorgeschreven berekening van belastingrente bij een BTW-naheffing, zelfs in gevallen van samenhangende BTW-correcties en een BTW-compensatiefonds bijdrage. Het maakte geen verschil dat de situatie van X in de wetsgeschiedenis niet is behandeld. Het feit dat X aanspraak maakt op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds impliceert niet dat er geld van haar al bij de Belastingdienst stond gedurende de periode waarover de belastingrente is berekend.
Sprake van een bouwterrein voor zover aanwezige bebouwing gering is (Rechtbank Gelderland)
Rechtbank Gelderland heeft onlangs een uitspraak gedaan over de classificatie van een perceel met beperkte bebouwing als onbebouwde grond, oftewel als BTW-bouwterrein.
Achtergrondinformatie
Een belanghebbende heeft twee stukken grond verkocht. Op één van deze percelen bevond zich een fietsenstalling, een asfalt pad naar de stalling, een verharding voor een parkeerplaats en een tuin met een monumentale theekoepel. Dit perceel had op het moment van verkoop deels een bouwbestemming. Na de verkoop was er het plan om woningen te bouwen op dit perceel. Daarom zijn na de verkoop de fietsenstalling, het asfalt pad en de verharding verwijderd. De monumentale theekoepel is echter behouden gebleven.
Het centrale vraagstuk was of het perceel op het moment van levering gezien kon worden als onbebouwde grond en daarmee als een BTW-bouwterrein. Dit heeft fiscale gevolgen, omdat de verkoop van een BTW-bouwterrein belast is met BTW en vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
Uitspraak van de Rechtbank
De rechtbank oordeelde dat het perceel als onbebouwde grond kan worden beschouwd. Dit omdat de aanwezige bebouwing (fietsenstalling, asfalt pad en verharding) zo minimaal was dat het verwaarloosbaar is. De bebouwing besloeg slechts 3% van het totale perceel. Hierdoor was het bebouwde deel ondergeschikt aan het onbebouwde deel. Gezien het voornemen om woningen te bouwen, classificeerde de rechtbank het perceel als een BTW-bouwterrein. De verkoop van het perceel was daarom belast met BTW en vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Tegen deze uitspraak is inmiddels hoger beroep aangetekend.
Belang voor de praktijk
Voor gemeenten is het van belang te weten dat bij de aankoop van een perceel dat als BTW-bouwterrein wordt geclassificeerd, er 21% BTW door de verkoper in rekening wordt gebracht. Deze BTW is in bepaalde gevallen niet aftrekbaar. Alsdan geven kopers de voorkeur aan het kopen van grond die onder de overdrachtsbelasting valt. Dit speelt bijvoorbeeld bij een transactie met een zorginstelling of andere vrijgestelde ondernemer of voor de gemeente bij de aankoop van grond voor onderwijshuisvesting. Wij helpen u uiteraard graag als u even over dit onderwerp wilt sparren.
Verhuur van woonappartementen kwalificeert als BTW-belaste short-stay (Rechtbank Gelderland)
Rechtbank Gelderland heeft onlangs besloten dat de verhuur van woonappartementen als een belaste verhuur wordt beschouwd.
Achtergrondinformatie
De belanghebbende, in dit geval de verhuurder, heeft een kantoorpand omgebouwd tot 52 woonappartementen. Van deze appartementen worden 24 voor een korte periode van 3 tot 5 maanden verhuurd aan huurders die tijdelijke huisvesting zoeken. Deze 24 appartementen zijn gemeubileerd en de kosten voor gas, water en licht (GWL) zijn voor de verhuurder. Na deze korte verhuurperiode worden de appartementen voor een langere tijd verhuurd. Bovendien staan sommige bewoners geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP).
Centraal stond de vraag of de tijdelijke verhuur van de woonappartementen beschouwd kan worden als BTW-belaste short-stay. Over het algemeen is de verhuur van onroerend goed vrijgesteld van BTW, tenzij het gaat om verhuur voor een korte periode, oftewel short-stay.
Uitspraak van de Rechtbank
De rechtbank heeft besloten dat de tijdelijke verhuur van de 24 woonappartementen als BTW-belaste short-stay wordt gezien. Dit komt omdat de appartementen bedoeld zijn voor een kort verblijf, mede door de meubilering. Ook zijn de onderhouds- en GWL-kosten voor de verhuurder en verblijven de huurders meestal niet langer dan 6 maanden. Het feit dat de appartementen daarna voor een langere periode worden verhuurd, verandert dit oordeel niet.
Gevolgen voor de praktijk
Een voordeel van de classificatie als BTW-belaste short-stay is dat de BTW op eventuele verbouwingskosten kan worden afgetrokken. Echter, of verhuur als BTW-belaste short-stay wordt gezien, hangt sterk af van de specifieke situatie. De Belastingdienst handhaaft de voorwaarden voor short-stay namelijk strikt.
Als uw gemeente overweegt om (gemeubileerde) woonruimte tijdelijk te verhuren of te huren, is het raadzaam om de btw-consequenties hiervan te beoordelen. Dit kan bijvoorbeeld spelen in de situatie van tijdelijke huisvesting van asielzoekers.
Gemeenten kalender 2023
03