Wil je altijd volledig op de hoogte zijn?  Schrijf je dan hier in voor onze speciale gemeentenieuwsbrief die maandelijks wordt verstuurd. 

Aangifte loonheffing

Uiterlijk 8 november of 30 november 2023

Dit de uiterste aangifte- en betaaldatum van de loonheffingen over periode 10 (uiterlijk 8 november als de gemeente vierwekenaangifte doet) of over oktober 2023 (uiterlijk 30 november als de gemeente maandaangifte doet).

Voorbereiding op CO2-rapportageplicht

Heeft de gemeente 100 of meer werknemers? Dan is zij vanaf 1 januari 2024 verplicht te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van werknemers. Dit is de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM). Hiervoor dient zij E-Herkenning te gebruiken. Uiterlijk 30 juni 2025 dienen de gevraagde gegevens over 2024 te worden opgestuurd. Echter dient de gemeente al goed vooraf te bekijken welke gegevens zij vanaf 1 januari 2024 precies zal moeten administreren. Deze staan in de handreiking ‘Gegevensverzameling werkgebonden personenmobiliteit’. In deze handreiking staan ook tips hoe je de gegevens verzamelt. 

Voorbeeld van benodigde gegevens zijn:

• Het totaal aantal kilometers dat werknemers in een kalenderjaar hebben afgelegd voor zakelijk en woon-werkverkeer.
• Jaartotaal aan kilometers verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype.

IKB-uitruil tegen vaste reiskostenvergoeding vormt gerichte vrijstelling bij corona-lockdown

Bij verschillende gemeenten heeft de Belastingdienst loonbelasting naheffingsaanslagen opgelegd als IKB werd uitgeruild tegen een vaste woon/werkvergoeding tijdens de corona-lockdown. Voor deze uitruil bestaat een goedkeuring. De Belastingdienst past deze goedkeuring volgens Rechtbank Gelderland te smal toe. De rechtbank oordeelt dat uit de goedkeuringsbesluiten niet volgt dat er vóór 13 maart 2020 al sprake moet zijn van een onvoorwaardelijk recht op een vaste reiskostenvergoeding. De rechtbank verwerpt dan ook het standpunt van de inspecteur en vernietigt de naheffingsaanslag.

Voor een uitgebreidere uiteenzetting klik hier.

Overdrachtsbelasting en BTW 

Standpunt gepubliceerd over fiscale eenheid en publiekrechtelijke lichamen

De Kennisgroep Omzetbelasting Overheid, Vrijstellingen en Internationaal (OVI) heeft recent op 26 oktober jl. een standpunt gepubliceerd waarin zij ingaat op de vraag of een publiekrechtelijk lichaam onderdeel uit kan maken van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.

In de publicatie staan de volgende vragen centraal:

1. Kan een publiekrechtelijk lichaam onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968), ondanks dat de primaire handelingen van het publiekrechtelijke lichaam zijn aan te merken als overheidshandelingen?
2. Als het publiekrechtelijk lichaam onderdeel uitmaakt van een fiscale eenheid, kan zij dan nog werkzaamheden of handelingen als overheid verrichten in de zin van artikel 13 van de btw-richtlijn?

De antwoorden luiden als volgt:

1. Ja, het publiekrechtelijk lichaam kan onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, vierde lid, Wet OB 1968. Dit artikel vereist niet dat een publiekrechtelijk lichaam voor al haar activiteiten als ondernemer wordt aangemerkt.
2. Ja, ook wanneer een publiekrechtelijk lichaam onderdeel uitmaakt van een fiscale eenheid omzetbelasting, kan zij zelfstandig werkzaamheden of handelingen verrichten in de zin van artikel 13 van de btw-richtlijn.

Voor een nadere uiteenzetting van de overwegingen verwijzen wij u graag naar de publicatiepagina van de Belastingdienst.

Dividendbelasting

Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting publieke sector

In de non-profit sector zijn veel lichamen (bijvoorbeeld gemeenten) beperkt belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Op het moment dat een dergelijk lichaam een dividenduitkering ontvangt dient daarop door de uitkerende instantie 15% dividendbelasting te worden ingehouden, én is de teruggaafprocedure erg omslachtig. Daarmee is sprake van een liquiditeitsnadeel én onnodige administratieve lasten.

2 oktober jl. heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit gepubliceerd omtrent de verruiming van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting. Per 1 januari 2024 is geen dividendbelasting meer verschuldigd over dividenduitkeringen aan een niet-belastingplichtige aandeelhouder. Daarbij is het van belang dat de ontvangen dividenden bij de aandeelhouder/gemeente in de onbelaste sfeer voor de vennootschapsbelasting vallen.

Om gebruik te kunnen maken van de inhoudingsvrijstelling dient de gemeente te beschikken over een kwalificatiebeschikking. Deze beschikking dient digitaal te worden aangevraagd bij de Belastingdienst en geldt in beginsel voor een periode van vier jaar.Overigens wordt opgemerkt dat de bestaande teruggaafregeling ook blijft gehandhaafd. De gemeente heeft dus de keuze of zij de dividendbelasting achteraf terugvraagt, ofwel de inhoudingsvrijstelling toepast.

Overigens wordt opgemerkt dat de bestaande teruggaafregeling ook blijft gehandhaafd. De gemeente heeft dus de keuze of zij de dividendbelasting achteraf terugvraagt, ofwel de inhoudingsvrijstelling toepast.

Kunnen wij je helpen?
Neem dan contact met ons op